Richtlijnen V&VN

De zes normen

Het normenkader beschrijft aan welke eisen verpleegkundigen moeten voldoen wanneer zij extramurale verpleging en verzorging indiceren en organiseren. Het normenkader verschaft cliënten en overheid duidelijkheid en is richtinggevend voor professionals, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

In het normenkader zijn zes normen voor het uitvoeren van de verpleegkundige indicatiestelling en de organisatie van de te leveren zorg uitgewerkt.

Het normenkader bestaat uit de  zes normen.

Naast deze normen voor indicatiestelling en organisatie van extra murale zorg gelden algemene beroepsnormen, zoals bijvoorbeeld beschreven in beroepsprofielen, beroepscode of in professionele richtlijnen en standaarden.



De 6 normen

1.

 Indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van professionele autonomie. Professionele autonomie garandeert cliëntgerichtheid en een onafhankelijk besluit.

2.

Indiceren en organiseren van zorg is gericht op versterken van eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem. Verpleegkundigen sluiten hiermee aan op de maatschappelijke noodzaak de zorg verantwoord uit te voeren.

3.

De verslaglegging voldoet aan de V&VN richtlijn voor verslaglegging (gratis inlog account op Mijn V&VN vereist). Sinds 2011 bestaat een richtlijn voor verpleegkundige verslaglegging waarin het doel en de onderdelen van de verslaglegging worden besproken. Bekijk ook de samenvattingskaart die bij de richtlijn verslaglegging hoor

4.

Indiceren en organiseren van zorg wordt gedaan door een bachelor of master opgeleide verpleegkundige. Van deze professionals mag verwacht worden dat zij beschikken over de noodzakelijke competenties.

5.

Besluitvorming rond indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van het verpleegkundig proces. De methode die verpleegkundigen daarbij hanteren is het klinisch redeneren. Dit proces bestaat uit vraagverheldering, diagnose, planning van resultaten en interventies, organisatie, uitvoer en evaluatie van zorg.

6

De verpleegkundige overdracht voldoet aan de V&VN standaard voor overdracht van zorg. De standaard bestaat uit informatie over maximaal 27 items in combinatie met de keuze voor een “warme overdracht” als dat noodzakelijk is.